Wijnstreek - Ribero del Júcar


Dit wijngebied ligt in het zuidoosten van de provincie Cuenca en kreeg in 2003 zijn D.O.-status. Voorheen behoorde dit gebied tot de D.O. van La Mancha. De meeste producenten zijn coöperaties, hoewel er ook enkele particuliere bodega’s zijn. Ongeveer de helft van de geproduceerde wijn wordt geëxporteerd.

Geschiedenis

Al vele eeuwen staan hier wijngaarden aangeplant. In 2001 hebben coöperaties en particuliere bodega’s de beslissing genomen om een nieuwe afgebakend gebied te creëren, waar wijnen gemaakt worden met zeer onderscheidende kenmerken.

Geografie

Het wijnbouwgebied, zo’n 9.141 hectare, ligt op een glooiende vlakte met een rotsachtige toplaag, die vroeg het oude rivierbed van de Júcar was. Hierdoor is de waterdoorlatendheid van de bodem goed en kan regenwater naar de kleilaag eronder zakken. Deze laag zorgt weer dat het water goed wordt vastgehouden. De wijngaarden liggen op een hoogte van 650 tot 750 meter.

Klimaat

De wijngaarden hebben een continentaal mediterraan klimaat met duidelijke verschillen tussen zomerhitte en winterkou. De gemiddelde temperatuur in de zomer is 24°C en die in de winter is 5,1°C. De belangrijkste factor die bijdraagt aan de kwaliteit van de wijn is het grote verschil in dag- en nachttemperatuur en dit gedurende de periode waarin de druiven rijpen, waardoor er een lange rijpingscyclus ontstaat. De hoeveelheid regen is laag, ongeveer 350 mm per jaar en deze valt vooral in het voor- en najaar.

Wijnbouw

De druivensoorten vormen een mix van in het gebied traditionele soorten – de belangrijkste Cencibel en Tempranillo, gevolgd door Bobal – met nieuwere invoer vanuit Frankrijk, zoals Cabernet Sauvignon, Merlot en Syrah. De maximaal toegestane opbrengst is 7.000 kilogram per hectare voor draadgeleide wijnstokken. De minimale plantdichtheid is 1.200 wijnstokken per hectare. Meer dan 40% van de wijnstokken is al 20 jaar geleden aangeplant.

Wijnbereiding

Alle wijnen worden eerst tien tot twaalf dagen vergist voordat ze op de schillen kunnen inweken om de gewenste kleur te verkrijgen. Na een secundaire malolactische gisting worden de jonge wijnen licht geperst om vervolgens gebotteld te worden. De crianzawijnen worden gemaakt volgens de nationale ouderingsregels – twee jaar rijping, waarvan zes maanden op hout. De zogeheten ‘Vinos Tradición Júcar’ (traditionele Júcarwijnen) worden na vier maanden houtrijping gebotteld. Voor het ouderen kunnen zowel Franse – als Amerikaanse eikenhouten vaten worden gebruikt.

Wijnen

Als de gestructureerde krachtige rode wijnen op hun best zijn, zijn ze fluwelig met veel rijp en bloemig fruit en weinig tannines. Ze zijn diepgekleurd, vaak kersenrood met aroma’s van zwarte bessen, en smaken fruitig op de tong, met sterke associaties met de Cencibeldruif. De ‘vinos tradición Júcar’ hebben tonen van toast en vanille, met een vleugje peper en cacao, die zelfs nog duidelijker naar voren komen in de crianzawijnen.